Met behulp van echo- of parallelle rijgingen kunnen we iriserende effecten bereiken.
In de natuur komen we heel vaak het verschijnsel van iriserende kleuren tegen. Bekijk eens de kleuren van pauwenveren, de vleugels van bepaalde vlinders, insecten. Maar ook een olievlek of de kleuren in een zeepbel zijn voorbeelden van zogenaamde interferentiekleuren.
Dit effect moet niet verward worden met changeant, waaraan andere wetmatigheden ten grondslag liggen.
Er wordt met 4 (of 8) kleuren gewerkt in de ketting. De kleuren manifesteren zich twee aan twee in een blok en zijn zichtbaar binnen de contouren van (gebogen) vormen, die door de rijging bepaald worden.
Hoewel er al mooie iriserende kepers geweven kunnen worden op vier schachten, is de cursus vooral geschikt voor acht schachten of meer.
